Sprokkelmaand
Februari stond vroeger bekend als de sprokkelmaand, een naam die verwijst naar de gewoonte om in deze tijd van het jaar sprokkelhout te verzamelen. Met de winter die nog voortduurde en de voorraden hout vaak slinkend, trokken mensen de bossen in om losse en dode takken bijeen te rapen. Dit hout werd gebruikt als brandstof om hun huizen te verwarmen en de laatste koude maanden door te komen.
Daarnaast is februari de kortste maand van het jaar, en in sommige dialecten betekende sprokkelen ook zoiets als ‘bij elkaar scharrelen’ of ‘verzamelen wat er nog is’. Dit sluit mooi aan bij het idee dat februari als het ware dagen ‘bij elkaar sprokkelt’ om een volwaardige maand te vormen.
In deze nieuwsbrief:
- Vogel van de maand: de groenling
- Nieuw: Natuurgeluiden – Hope Valley
- Kijk! in de buurt
- Nieuwe aflevering podcast Fwiet! Fwiet! met Wouter Faveyts over matkop en glanskop.
- Te gast in ‘Slow me Up en ‘Passie Palaver’
- Gelezen/Bekeken/Beluisterd
- Gedicht: The Loon - Mary Oliver
Vogel van de maand: de groenling
De groenling (Chloris chloris) is een zangvogel die tot de vinkachtigen behoort. Met zijn geelgroene verenkleed en krachtige snavel is hij een bekende verschijning in tuinen, parken en bosranden. Mannetjes zijn feller gekleurd dan vrouwtjes, die een meer grijsgroene tint hebben. Deze subtiele kleuren helpen het vrouwtje zich beter te camoufleren tijdens het broedseizoen.
Als echte zaadeter voedt de groenling zich voornamelijk met zaden van distels, elzen en zonnebloemen. Zijn sterke snavel stelt hem in staat harde zaden moeiteloos te kraken. In het broedseizoen vult hij zijn dieet aan met insecten en rupsen, een belangrijke eiwitbron voor de opgroeiende jongen. Buiten het broedseizoen leven groenlingen vaak in groepjes, soms samen met andere vinkachtigen zoals putters en vinken. De zang van de groenling is een melodieus geheel van trillers en rollende klanken. Mannetjes gebruiken hun zang en een sierlijke baltsvlucht om een partner aan te trekken.
Groenlingen zijn wijdverspreid in Europa, Noord-Afrika en delen van Azië. Hoewel veel populaties standvogels zijn, trekken sommige noordelijke groenlingen in de winter naar het zuiden. In stedelijke omgevingen voelen ze zich goed thuis, maar de soort wordt bedreigd door voedseltekort en de parasitaire ziekte trichomoniasis, die hun keel aantast en populaties lokaal kan decimeren.
Ondanks deze uitdagingen blijft de groenling een geliefde vogel die met zijn levendige kleuren en herkenbare zang onze natuur verrijkt. Met de juiste bescherming en voldoende voedselbronnen kunnen we deze soort helpen gedijen in onze omgeving.
Nieuw : Natuurgeluiden – Hope Valley
Begin februari 2023 trok ik met fotograaf Kris Van Exel van Worcestershire naar Derbyshire in Engeland, twee graafschappen die ik tot de mooiste gebieden van Groot-Brittannië reken. Je ziet er landschappen waar wastines afgewisseld worden met kilometerslange haagkanten die op traditionele manier gevlochten zijn en dienst deden/doen als windscherm, veekering of perceelafscheiding.
Toen we de mobilhome op de Camping Site in Hope parkeerden, een dorpje dat tussen Manchester en Sheffield ligt, vroor het al dat het kraakte. We maakten ons klaar voor een ijskoude nacht. Rond 6.00 uur’s ochtends had ik er genoeg van. Ik nam mijn geluidsapparatuur en glipte zo stil mogelijk weg uit de mobilhome. Wat ik toen opnam hoor je in dit 6 minuten durend fragment: het ontwaken van het Engelse platteland met begeleiding van een zanglijster, krassende roeken, kramsvogels en roodborsten. De trein naar Manchester doorkliefde ondertussen het landschap,
Kijk! De vogelvoorstelling in de theaters
-Wortel – Bezoekerscentrum Natuurpunt 14 februari Tickets:
-Essen – Rex 22 februari Tickets
-Zonhoven – 28 februari Tickets
Vier de liefde met Fwiet!
Op zoek naar het perfecte Valentijnscadeau?
Geef Fwiet vogelmagazine cadeau! 🐦✨ Een blad vol adembenemende natuurfoto’s en meeslepende verhalen over de mooiste vogels, geschreven door de beste pennen.
🌹 Voor romantische vogelliefhebbers
📖 Een cadeau dat blijft inspireren
🎁 Perfect voor Valentijnsdag!
📍 www.fwiet.be
Een nieuwe aflevering van podcast Fwiet! Fwiet! met Wouter Faveyts over twee mysterieuze meesjes
De matkop en glanskop zijn twee mezen die onderbelicht zijn en zelfs onbekenden voor heel wat mensen. De vogelsoorten lijken donders goed op elkaar maar toch blijken het twee totaal verschillende vogeltjes. Expert Wouter Faveyts, wetenschappelijk medewerker van Natuurpark Het Zwin, geeft een boeiende inkijk in de wereld van deze vogels.
Te gast in podcasts Passie palaver en Slow me up
Gelezen/bekeken/beluisterd
De sneeuwpanter: Sylvain Tesson
Een van de meest verrassende boeken voor mij van de afgelopen jaren was De Sneeuwpanter van Sylvain Tesson. Het is het relaas van een extreem avontuur, met prachtige natuurobservaties, reflecties over de teloorgang van de aarde en rake beschrijvingen van hoe de expeditieleden met elkaar omgaan. Het is een van de grootste literaire successen in Frankrijk van de laatste jaren. Het boek, waarvan de vertaalrechten wereldwijd zijn verkocht, werd bekroond met de Prix Renaudot. Van de Franse editie werden al meer dan 400.000 exemplaren verkocht.
Gedicht/citaat
Mary Oliver’s gedicht The Loon gaat over de ontmoeting met een ijsduiker (‘Loon’ in het Engels), een watervogel die bekendstaat om zijn melancholische roep. Zoals veel van Oliver’s poëzie richt het gedicht zich op de verbinding tussen de natuur en de ervaring, waarbij verwondering en contemplatie centraal staan.
The Loon – Mary Oliver
Not quite four a.m., when the rapture of being alive
strikes me from sleep, and I rise
from the comfortable bed and go
to another room, where my books are lined up
in their neat and colorful rows. How
magical they are! I choose one
and open it. Soon
I have wandered in over the waves of the words
to the temple of thought.
And then I hear
outside, over the actual waves, the small,
perfect voice of the loon. He is also awake,
and with his heavy head uplifted he calls out
to the fading moon, to the pink flush
swelling in the east that, soon,
will become the long, reasonable day.
Inside the house
it is still dark, except for the pool of lamplight
in which I am sitting.
I do not close the book.
Neither, for a long while, do I read on.